donderdag 2 augustus 2007

geluk

ik zie
de mensen
graag

nog nooit zo gelukkig geweest
als dit laatste kwart van mijn leven

zelf heb ik altijd voorgehouden
dat het laatste kwart van een mensenleven
vaak het gelukkigmakendste kan zijn

ondanks alle tegenslag
& zelfs tegenkanting
kan ik mijn levenslust
of mag ik zeggen levensgeluk ?
gewoon niet meer op

allicht door de zware operatie
die ik dank zij samengaan
van geloof en wetenschap
mogen overleven heb

ik heb van de geneesheer toen
twintig levensjaren bijgekregen
waarvan er al twee
gelukkig voorbij zijn
( wat niet hetzelfde is als :
gelukkig al voorbij zijn )

het doet wonder aan
zo dicht bij de dood geweest te zijn
en zelfs er eventjes al overheen
mijn levenslopen lagen
op de redacties van al de media al gereed
de afscheidsredevoeringen werden al geschreven
mijn doodsprentjes waren al bijna opgesteld
nu mocht ik ze gelukkig
in levende lijve aanhoren
bij leven en welzijn lezen

waaraan ik mijn geluk te danken heb ?
allicht ( nee zeker ) aan het nog meer dan vroeger
mogen omgeven zijn
door mensen die om mij geven
maar vooral aan het geluk
van mekaar nog te hebben


dat is het enige wat mijn geluk
af en toe toch even verdonkert :
wat als we mekaar niet meer hebben
ga ik dan nog zo gelukkig zijn ?
ga ik dan zelf krachtig zijn
en gelovig genoeg
in mijn eigen verhaal van de drie levens ?

nu is het nog altijd blij mogen zijn
om elke avond dat we mekaar
de nacht mogen inwuiven
om elke morgen dat we weer
naar elkaar toe mogen komen

hoe ik nu leef ?
ik hou ervan vroeg op te staan
de hele winter lang
tussen vijf en zes
de zon in haar opgaan zelfs voor te zijn

het eerste wat bij het opstaan doe
is wat ik altijd mijn ouders
bij hun opstaan heb zien doen :
knielen en danken om de zomaar gekregen
nieuwe dag
hoeveel maanden
moest ik daarbij niet geholpen worden ?
werd ik daarna in een karretje gehesen ?
werd ik door anderen gevoerd
naar waar ik zelf nog niet kon gaan ?
elke morgen beleef ik nu dan ook
dat morgengebed heel intens
geloven is niet alleen denken
het is ook doén
zoals dit knielen bijvoorbeeld

soms nog voor ik om zes uur
met een andere vroege huisgenoot
ga ontbijten
stuur ik naar al mijn vrienden en vertrouwden
de leuze van de dag
ik ben zelf altijd de eerste
om ze van mezelf aan te krijgen
want ik moet ze eerst zelf opzoeken
in mijn al jarenlang vergaarde schat
aan groene wijsheden en waarheden




ik voorzie de datum telkens
van een plaatsnaam :
dorpen en steden waar ik ooit geweest ben
en waar ik blije of diepe herinneringen aan heb
een mens kan niet aardrijkskundig genoeg leven

daarna teken ik mijn dagelijks kartoenschke :
een cartoon die ik teken
over een grap die ik daags tevoren
ergens gehoord of mij herinnerd heb
en die ik dan teken als was ik kartouch :
het twaalfjarig jongetje dat nu al vijftig jaar
op zijn even onhandige als onbevangen manier
mijn eigen kijk op de wereld weergeeft

pas dan open ik mijn mail :
ik uit graag eerst zelf wat er in mij omgaat
voor ik me openstel voor anderen
bijna alle mails
tenminste die over wat diepers gaan
beantwoord ik meteen eigenhandig per brief

om half-acht ga ik weer naar beneden
om de kranten te lezen
de vloed van de buitenwereld
laat ik dan even over mij heenstromen

om acht uur ga ik met mijn leuze en mijn kartoenschke
even naar de lerarenzaal beneden
meerdere leraren zijn daar blij mee
als aanvang van hun misschien zware schooldag
sommige beginnen hun les
met die leuze op het bord te schrijven
wat op de leerlingen
een heel rustgevende indruk maakt

weer tot tien uur naar mijn kamer
waar ik de post doorneem
en telefoons beantwoord
papier voor papier neem ik ter hand
en orden ze

vooral aan het alfabetisch ordenen
van mijn oude papieren beleef ik veel vreugde
maar ook de leuze van de dag
en het laatste kartoenschke breng ik dan onder
zo groeit blad na blad
woord na woord
het agalevsicon
bargroens-nederlands/nederlands-bargroens

om negen uur bel ik mieke
het is nog net
als toen ik maandenlang als herstellende
en dus hulpbehoevende
in haar kamertje geslapen heb
we hebben de nacht wel niet meer
in hetzelfde huis doorgebracht
maar zijn toch in gedachten
heel de nacht bij elkaar gebleven

om tien uur ga ik weer naar de lerarenzaal
maar nu voor wat langer
die ruimte vervult me nog altijd
met grote dankbaarheid
in 1973 werd ik als leraar ontslagen
ik ben - denk ik - de enige jezuïet
die op een jezuïetencollege ontslagen is
maar ja : mijn overste heeft me ooit gezegd
wat jij vertelt in je klas
is misschien wel goed
maar kan je dat geen twintig jaar later vertellen ?
na dat ontslag hebben toen de andere leraren
aan hogerhand gevraagd
om mij toch zoniet als leraar
dan toch als priester op de school te laten
vandaar mijn dankbaarheid voor deze ruimte versta je ?

en wat ik de rest van de dag doe ?
zo goed mogelijk het werk van de zaligmaker :
mensen bemoedigen
die de moed kwijt zijn
mensen verhelderen
die het niet meer zien zitten

ik geloof hoe langer hoe minder in god
ik bedoel in de god-jahweh-allah-god
of hoe je hem of haar of het ook noemen wil
ik geloof meer en meer in de zaligmaker jezus
en in mijn al vroeg-gekregen roeping
om zijn werk voort te zetten :
ik ga zo goed mogelijk
zoals zijn blijde boodschap het vraagt
“weldoende rond”
of zit zo goed mogelijk
schrijvende of tekenende
“weldoende neer”



zo dikwijls denk ik
wanneer ik de mensen over straat zie lopen
of openbaar vervoerd zie worden
of in het grootwarenhuis hun karretje zie voortduwen :
ik zie de mensen graag


kijk : nu heb ik zelf toch nog
mijn eigen afscheidsrede al geschreven
mijn eigen doodsprentje al opgesteld

ik hoop toch dat ze niet te vroeg moeten dienen

ik leef zo graag
ik zie de mensen zo graag...

Geen opmerkingen: