zarlardinge 8 september 2007
maria’s tweede geboorte
ik
lees
geen
boeken
ik lees
mensen
helabaleuze
368
zarlardinge 8 september 2007
maria’s tweede geboorte
ik
lees
geen
boeken
ik lees
mensen
helabaleuze
368
castel gandolfo 7 september 2007
la chiesa
di oggi
non ha bisogno
di cattolici part-time
ma
di christiani
a tempo pieno
@
niet aan
part-time katholieken
heeft
de huidige kerk
zozeer nood
dan wel
aan voltijdse
christenen
johannes-paulus II
osservatore romano 22 giugno 1998
helabaleuze
377
aangebracht door alois uit borgerhout
4 september 2007
moet u
nog
meer weten
meester
?
waar is de tijd dat kinderen
les kregen van hun leerkrachten ?
bij het begin van dit nieuwe schooljaar
is het tegenovergestelde gebleken :
kinderen geven nu les aan hun leerkrachten
godsdienstles dan nog wel
meester ik heb tabors geschreven voor mijn ouders
tabors ? wat zijn dat jongen ?
maar meester dat gij dat niet weet
gij kent jezus toch ?
jawel jongen..
wel : op een keer nam hij zijn drie beste vrienden mee
naar boven op een berg
& daar veranderde hij ineens helemaal
zo stralend en zo strerk
hadden ze hem nog nooit gezien
wel meester : die berg heet tabor
ja dat verhaal ken ik zei de meester
maar waarom spreekt gij van tabors
in het meervoud ?
zijn er dan meer bergen die zo heten jongen ?
nee meester maar ik had er twee :
een voor mijn vader en een voor mijn moeder
jaja maar waarom schrijft gij die ?
ze hebben mij dat zo geleerd :
ik ga met twee stukjes papier
ergens in een hoekje zitten
& denk na : wanneer heb ik mijn vader en moeder
op hun mooiste gezien ?
wanneer zag ik hen het liefst ?
wanneer was ik er het fierste op ?
en dat schrijf ik dan op
& als ik thuis kom
stop ik die onder den teevee
of steek ik die achter de ruitenwisser
& dan laat ik mijn ouders zoeken
& als ze die tabors gevonden hebben
zijn ze er altijd heel blij mee
moet u nog meer weten meester ?
een ander voorbeeld van godsdienstles
door een kind aan een leerkracht gegeven :
juffrouw we zijn met heel ons gezin
in viersel een elisabethezegen gaan halen
een elisabethzegen wat is dat meisje ?
maar juffrouw toch dat u dat niet weet
u weet toch wie elisabeth is ?
elisabeth ? is dat uw tante ?
maar nee juffrouw : dat is de nicht van maria
en maria die kent u toch wel hé ?
de moeder van jezus ?
ja
wel toen elisabeth in haar zesde maand was
spoedde maria zich over de heuvelen
om haar te gaan helpen
ja dat weet ik maar wat heeft dat
met uw moeder te maken ?
heeft zij weer een kindje in haar buik ?
buik moogt u niet zeggen juffrouw
nee meisje ? en waarom niet ?
buik is een spijsverteringswoord
spijsverteriungfswoord ?
ja : buikloop buikpijn...
wat moet ik dan zeggen ? baarmoeder ?
ha nee da’s een veel te koud woord
wat moet ik dan wél zeggen ?`
maar juffrouw dat u dat niet weet :
schoot
eerst is het kindje in de schoot
en daarna zit het kindje op de schoot
ja maar wat heeft dat met die zegen te maken ?
ge moet niet wachten
tot een kindje geboren is om het te zegenen ?
dat versta ik niet
hoe kunt ge het nu zegenen
voor het geboren is ?
maar juffrouw dat u dat niet weet
onze papa legt zijn hand op de schoot van mama
en wij leggen met ons drieën
onze hand ook op haar schoot
of op zijn hand
& dan zegt de priester :
ik zegen uw groeiende oogjes wezentje
opdat eens ter wereld gekomen
ge er veel mensen graag mee zou leren zien
vooral ooit zoals uw lieve ouders
de allerliefste van uw leven
zomogelijk levenslang
zoook de oortjes het mondje
de handjes de voetjes heel het licaampje
dat is mooi
ja hé meester ?
is het een broertje of een zusje ?
weten we nog niet
het is een brusje
moet u nog meer weten juffrouw ?
4 september 2007
moet u
nog
meer weten
meester
?
waar is de tijd dat kinderen
les kregen van hun leerkrachten ?
bij het begin van dit nieuwe schooljaar
is het tegenovergestelde gebleken :
kinderen geven nu les aan hun leerkrachten
godsdienstles dan nog wel
meester ik heb tabors geschreven voor mijn ouders
tabors ? wat zijn dat jongen ?
maar meester dat gij dat niet weet
gij kent jezus toch ?
jawel jongen..
wel : op een keer nam hij zijn drie beste vrienden mee
naar boven op een berg
& daar veranderde hij ineens helemaal
zo stralend en zo stralend
hadden ze hem nog nooit gezien
wel meester : die berg heet tabor
ja dat verhaal ken ik zei de meester
maar waarom spreekt gij van tabors
in het meervoud ?
zijn er dan meer bergen die zo heten jongen ?
nee meester maar ik had er twee
een voor mijn vader en een voor mijn moeder
jaja maar waarom schrijft gij die ?
ze hebben mij dat zo geleerd :
ik ga met twee stukjes papier
ergens in een hoekje zitten
& denk na : wanneer heb ik mijn vader en moeder
op hun mooiste gezien ?
wanneer zag ik hen het liefst ?
wanneer was ik er het fierste op ?
en dat schrijf ik dan op
& als ik thuis kom
stop ik die onder den teevee
of steek ik die achter de ruitenwisser
& dan laat ik mijn ouders zoeken
& als ze die tabors gevonden hebben
zijn ze er altijd heel blij mee
moet u nog wat weten meester ?
een ander voorbeeld van godsdienstles
door een kind aan een leerkracht gegeven :
juffrouw we zijn in viersel
met heel ons gezin een elisabethezegen gaan halen
een elisabethzegen wat is dat meisje ?
maar juffrouw toch dat u dat niet weet
u weet toch wie elisabeth is ?
elisabeth ? is dat uw tante ?
maar nee juffrouw : dat is de nicht van maria
en maria die kent u toch wel hé ?
de moeder van jezus ?
ja
wel toen elisabeth in haar zesde maand was
spoedde maria zich over de heuvelen
om haar te gaan helpen
ja dat weet ik maar wat heeft dat
met uw moeder te maken ?
heeft zij weer een kindje in haar buik ?
buik moogt u niet zeggen juffrouw
nee meisje ? en waarom niet ?
buik is een spijsverteringswoord
spijsverteriungfswoord ?
ja : buikloop buikpijn...
wat moet ik dan zeggen ? baaremoeder ?
ha nee da’s een veel te koud woord
wat moet ik dan wél zeggen ?`
maar juffrouw dat u dat niet weet :
schoot
eerst is het kindje in de schoot
en daarna zit het kindje op de schoot
ja maar wat heeft datr met die zegen te maken ?
ge moet niet wachten
tot een kindje geboren is om het te zegenen
dat versta ik niet
hoe kunt ge het nu zegenen
voor het geboren is ?
onze papa legt zijn hand op de schoot van mama
en wij leggen met ons drieën
onze hand op zijn hand
& dan zegt de priester :
ik zegen uw groeiende oogjes wezentje
opdat eens ter wereld gekomen
ge er veel mensen graag mee zou leren zien
vooral ooit zoals uw lieve ouders
de allerliefste van uw leven
zomogelijk levenslang
zoook de oortjes het mondje
de handjes de voetjes heel het licaampje
dat is mooi
ja hé meester ?
is het een broertje of een zusje ?
weten we nog niet
het is een brusje
moet u nog meer weten juffrouw ?
sinte-kruis 6 september 2007
gewoon
zijn
wie
ik ben
:
een
waardevol
geschenk
voor
de ander
helabaleuze
367
ingebracht door mieke uit sinte-kruis
remouchamps 5 september 2007
sommigen
staan
goed
met
hun
gebreken
anderen
werken
op de zenuwen
met
hun
deugden
de la rochefoucauld
1613-1680
helabaleuze
366